Toen ik tien jaar geleden begon met het ontwikkelen van warmtenetten, was de algemene mening dat deze warmtemarkt op de elektriciteits- en gasmarkt moest gaan lijken. We moesten naar open netten, waar consumenten eenvoudig kunnen wisselen van leverancier en waar marktwerking zorgt voor betaalbaarheid.
Met de ontwikkeling van het open warmtenet in Zaandam hebben we een eerste stap gezet. Er was nog geen leverancierskeus voor consumenten, maar we hadden gescheiden eigendom van infrastructuur en levering. Dat was een goede basis vonden we. We vonden ook dat vrije leverancierskeus niet economisch was, het systeem is immers een lokaal systeem met een directe verbinding tussen warmtebron en afnemer. Er is dus geen verschil tussen leveranciers omdat ze allen van hetzelfde lokale systeem gebruik maken. Toch bleef de kritiek dat we door moesten groeien naar dat open leveranciersmodel met concurrentie tussen leveranciers zoals in de elektriciteitsmarkt.
Die kritiek is langzamer minder geworden. En de aandacht is getrokken door andere thema’s; netcongestie en energiearmoede door explosieve prijsstijgingen. Netbeheerders investeren ongekende bedragen in netverzwaring, omdat Nederland stil dreigt te vallen. Energie wordt bespaard en waar mogelijk zelf opgewekt.
Dat heeft een enorme impuls gegeven aan nieuwe oplossingen om efficiënter gebruik te maken van ons elektriciteitssysteem. In de kern gaat dat om besparen en het ontlasten van het net door energie zo lokaal mogelijk te houden. En dat doen we met slimme lokale electriciteitsnetten, die met slimme koppelingen met opslag en andere energiedragers ook wel Energy Hubs worden genoemd.
Geleerde lessen
Inmiddels heb ik met collega’s een aantal van deze lokale energiesystemen ontwikkeld. En daarin maak ik graag gebruik van alle lessen die ik in de warmtetransitie geleerd heb.
In de warmtemarkt hebben we geleerd dat bij zo’n lokaal systeem niet-technische factoren minstens zo belangrijk zijn; ruimtelijke inpassing, financiering van volloop en lokaal draagvlak en zelfs eigenaarschap met bijvoorbeeld energie coöperaties. Er ontstaan steeds meer voorbeelden waarin de schaarse elektriciteit lokaal gedeeld wordt. Het gaat dan om lokale opwekking, opslag en slimme sturing waar allemaal een directe verbinding is tussen bron en afnemer. Net als bij warmte. En het gaat verder, want in de optimalisatie gaan we lokaal energie delen. Techniek en contracten faciliteren, maar de echte uitdaging zit in het gesprek met de afnemers. Ze verliezen wat autonomie en keuzevrijheid, maar winnen een beter systeem met directe invloed.
De marktordening is in het hele energiesysteem aan het veranderen. Omdat elektriciteit lokaal wordt opgewekt en zoveel mogelijk lokaal wordt verbruikt ontstaat er een ander systeem. Daarin zijn gebruikers betrokken afnemers die soms zelf opwekken, en steeds vaker zelf eigenaar worden via een coöperatie of anders. En daarmee neemt het deel energie wat je via de traditionele vrije markt koopt af. De elektriciteitsmarkt gaat dus juist eerder op de warmtemarkt lijken dan andersom.